Contact

info@platformzambia.nl
Secretariaat Werkgroep Zambia
+31 (0)35 53 81 951

Info

Deze website is ingedeeld in de secties ‘Artikelen en informatie, Particuliere Initiatieven en Achtergronden’ en een sectie ‘Nederlandse Ontwikkelingsinitiatieven in Zambia’. Daarnaast is er ruimte voor informatie over de activiteiten van de ‘Stichting Werkgroep Zambia’ die deze website platformzambia.nl beheert.

Datum: 30 januari 2012 (14:00-15:30 uur)
Locatie: Oude Perszaal, Ministerie van Buitenlandse Zaken
 
1. Opening
Na een hartelijk welkom aan alle aanwezigen, introduceerde de heer Sjaak Versluis (Dagvoorzitter) het onderwerp van de Zambiamiddag 2012. De Nederlandse regering heeft in 2011 besloten om de ontwikkelingssamenwerkingsrelatie met de Zambiaanse overheid af te bouwen en op termijn de Nederlandse Ambassade in Lusaka te sluiten. Deze Zambiamiddag biedt de gelegenheid de aanwezigen te informeren over de gevolgen van dit besluit voor particuliere initiatieven (PI’s), hierover vragen te stellen en te discussiëren over de toekomst.
2. Exit-beleid Nederlandse overheid
Allereerst lichtte de heer Martin Koper (Directie Sub-Sahara Afrika, Ministerie van Buitenlandse Zaken) toe welke overwegingen hebben geleid tot bovengenoemd besluit. Zo refereerde hij aan het rapport ‘Minder pretentie, meer ambitie’ van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). In het regeerakkoord van het kabinet Rutte is, onder andere in reactie op dit rapport, aangegeven dat het aantal Nederlandse partnerlanden wordt teruggebracht. Dit om de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking meer focus te geven en effectiever te maken. Zoals aangegeven in de ‘Focusbrief Ontwikkelingssamenwerking’ betekent dit dat het aantal partnerlanden van 33 wordt teruggebracht tot 15. De heer Koper gaf aan dat bij de selectie van de 15 partnerlanden onder andere is gekeken naar:
• de mogelijkheden de zogenaamde ‘speerpunten’ van het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid (Voedselzekerheid, Water, Seksuele Gezondheid & Reproductieve rechten en Veiligheid & Rechtsorde) vorm te geven in het betreffende land;
• het inkomensniveau van landen;
• de mate van goed bestuur, naleving van mensenrechten en corruptiebestrijding;
• de mogelijkheid om het bestaande programma in goede samenwerking met het land af te bouwen;
• de kansen en belangen van de meest betrokken vakdepartementen in Nederland.
Resultaat van deze afweging is dat Zambia tot de landen hoort waarmee de Nederlandse overheid haar bilaterale ontwikkelingssamenwerkingsrelatie afbouwt. De heer Koper gaf aan dat het van groot belang is dat deze afbouw op een zorgvuldige wijze gebeurd. Goede communicatie met Zambiaanse partners en een gedegen overdracht van verantwoordelijkheden staat daarbij centraal.
3. Strategie Ambassade en toekomstige samenwerking Nederland-Zambia
Alvorens toe te lichten hoe de Nederlandse Ambassade vorm geeft aan de afbouw van haar programma, benadrukte Ambassadeur Harry Molenaar hoeveel deugd het hem deed ook dit jaar weer een grote belangstelling voor de Zambiamiddag te zien. Ook gaf de Ambassadeur aan zeer bereid te zijn vragen van de aanwezigen, ook buiten deze middag om, zo goed mogelijk te adresseren.
De heer Molenaar schetste vervolgens hoe de economische ontwikkelingen in Zambia van de laatste tien jaar de dynamiek in het land hebben veranderd. In deze periode kende Zambia een ongekende periode van groei (gemiddeld 7% per jaar) en stabiliteit (lage inflatiecijfers en een goede schuldenpositie). De begroting van de Zambiaanse overheid groeide mee: waar 10 jaar geleden donorgeld nog ongeveer 40% van de begroting uitmaakte, is dit aandeel inmiddels geslonken tot 7 à 8%. Laag in vergelijking met omringende landen. Zambia heeft de mogelijkheid om haar belastinginkomsten nog verder te verbeteren. Ook toegang tot internationale kapitaalmarkten betekent minder afhankelijkheid van traditionele donorondersteuning. Deze zaken telden in het geval van Zambia zwaar mee bij de beslissing om de ontwikkelingssamenwerkingsrelatie van overheid tot overheid af te bouwen.
 
De ambassadeur gaf aan dat er in Zambia begripvol is gereageerd op deze beslissing. Ook de Zambiaanse partners menen dat een verandering in de Nederlands-Zambiaanse relatie gerechtvaardigd is. In de sectoren waar de ambassade afgelopen jaren actief was en steun gewenst blijft, zorgt de ruime aanwezigheid van andere donoren ervoor dat het gat dat Nederland achterlaat gevuld wordt. Zo wordt de Nederlandse steun aan de onderwijssector overgenomen door UNICEF en het Verenigd Koninkrijk (VK), nemen het VK en Finland bijdragen aan private sector ontwikkeling over en wordt het ondersteunen van een beter beheer van overheidsmiddelen overgenomen door Noorwegen. Vanuit Nederland blijven beschikbaar: steun aan grotere NGO’s onder het ‘MFS II’-programma, steun aan tertiaire onderwijsinstellingen, ontwikkelingssamenwerkingsmiddelen voor studeren in Nederland (NFP) en het zogenaamde bedrijdsleveninstrumentarium.
De omvang van de overige werkzaamheden van de Nederlandse Ambassade Lusaka is onvoldoende om voortzetting van een ambassade te rechtvaardigen. Wat betekent dit voor de toekomstige aanwezigheid van Nederland in Zambia? Ambassadeur Molenaar gaf de zaal mee dat juist de particuliere initiatieven en het Nederlandse bedrijfsleven het gezicht van Nederland zullen gaan bepalen. Daarnaast zal Nederland vanaf de zomer van 2013 door een honorair consulaat worden vertegenwoordigd.
4. Politieke ontwikkelingen in Zambia: verkiezingen en een nieuwe regering
Mevrouw Marja Hinfelaar (geschiedkundige werkzaam bij het Nationaal Archief van Zambia) informeerde de aanwezigen over het verloop van de verkiezingen van september 2011 en het beleid van de nieuwe regeringspartij. De winst van president Micheal Sata en diens ‘Patriotic Front’  ten koste van de zittende president Rupiah Banda (MMD) kwam niet helemaal uit de lucht vallen. Zo was de MMD sinds 2001 in de minderheid in het parlement. Daarnaast bestond er bij de verkiezingen van 2008 bestond slechts een verschil van 2% van het totaal aantal stemmen tussen Banda en Sata. De verkiezingen van vorig jaar kenden volgens mevrouw Hinfelaar een onverwacht lage opkomst van 50%, vooral gezien de levendige debatten in aanloop naar de verkiezingen. De campagnes speelden zich vooral af rond de thema’s corruptie en de ongelijke verdeling van welvaart.
 
Hoewel het nog te vroeg is om te bepalen op welke terreinen het beleid van de nieuwe regering Sata voor concrete veranderingen in Zambia gaat zorgen, tekenen de eerste accenten zich langzamerhand af. Zo noemde mevrouw Hinfelaar onder andere de stijging van het budget voor de onderwijs- en gezondheidszorgsector, de nadruk op het aanspreken van buitenlandse investeerders om zich aan de Zambiaanse arbeidswetten te houden en het voornemen om een eerder stukgelopen wijziging van de grondwet nieuw leven in te blazen. Opvallend is ook de ‘watchdog’-functie die de katholieke kerk op zich neemt via pastorale brieven gericht aan het Zambiaanse leiderschap.
 
5. De grotere NGO’s in Zambia: wat verandert er?
Terug naar de relatie Nederland-Zambia: wat betekent de afbouw van het bilaterale ontwikkelingsprogramma vanuit het perspectief van de grotere Nederlandse NGO’s? Mevrouw Karlijn van Arkel legde namens Cordaid uit dat het huidige Medefinancieringsprogramma (MFS II) nog doorloopt tot 2015. Dat betekent dat de allianties die actief zijn in Zambia en voor die periode steun van de Nederlandse overheid hebben ontvangen, doorgaan met hun activiteiten. Het sluiten van de ambassade heeft hierop geen invloed. Wel gaf mevrouw van Arkel aan dat het wegvallen van de partnerlandstatus een belangrijke signaalfunctie heeft voor Cordaid, aangezien de afspraak is dat 60% van het MFS II-geld in partnerlanden wordt besteed. Daarnaast zullen grotere NGO’s in de toekomst meer en meer andere financieringsbronnen dan de Nederlandse rijksoverheid moeten aanboren.
Hoe kunnen de aanwezige Particuliere Initiatieven terecht voor fondsen bij de Cordaid? Mevrouw van Arkel wees op de prioriteiten van Cordaid op het gebied van landbouwontwikkeling, economische ontwikkeling en gezondheids zorg en verwees voor informatie naar de website van de organisatie. Ook Daniëlla de Winter (Wilde Ganzen) riep particuliere initiatieven op zoek naar financiering zich via de website van Wilde Ganzen te melden en daarnaast ook vooral op zoek te gaan naar lokale financiering in Zambia. Zie voor alle tijdens de Zambiamiddag genoemde internetsites de bijlage bij dit verslag.
 
 
6. Forumdiscussie
Na de presentaties namen bovengenoemde sprekers, aangevuld door mevrouw Carol Gribnau (HIVOS), zitting in het panel en was de vloer aan de overige aanwezigen voor vragen en commentaar. De discussie liep uiteen van vragen over de rol van Nederlandse NGO’s bij het vormgeven van hun eigen beleid, de taken van de toekomstige Honoraire Consul in Lusaka en de mogelijkheden voor contact met de bestaande Nederlandse gemeenschap in Zambia (zie bijlage).
Afsluitend vroeg de dagvoorzitter enkele panelleden om de zaal een laatste suggestie of advies mee te geven. Karlijn van Arkel en Carol Gribnau adviseerden de samenwerking met de volwassen ‘civil society’ in Zambia te kiezen en vooral creatief te zijn waar het gaat om financiering van activiteiten. Ambassadeur Molenaar riep op na de sluiting van de ambassade vooral ook via lokale Zambiaanse partnerorganisaties contact te zoeken met de EU-delegatie en ambassades van andere landen. Daarnaast drukte de Ambassadeur iedereen op het hart zich met passie en betrokkenheid in te blijven zetten voor hun initiatieven in Zambia.
De Zambiamiddag werd afgesloten met een informele netwerkbijeenkomst buiten het ministerie.
 
Bijlage: verwijzingen naar websites tijdens de Zambiamiddag.
Ambassade Lusaka: www.netherlandsembassy.org.zm/nl/index.html
Voor particuliere initatieven: www.myworld.nl, www.partin.nl
Nederlandse gemeenschap in Zambia:  www.facebook.com/pages/Nederlandersinzambia
Meer informatie over het ‘bedrijfsleveninstrumentarium’: www.agentschapnl.nl/organisatie/divisies/divisie/NL%20EVD%20Internationaal
www.cordaid.nl
www.hivos.nl
www.wildeganzen.nl
 

Datum: 30 januari 2012 (14:00-15:30 uur) Locatie: Oude Perszaal, Ministerie van Buitenlandse Zaken

1. Opening Na een hartelijk welkom aan alle aanwezigen, introduceerde de heer Sjaak Versluis (Dagvoorzitter) het onderwerp van de Zambiamiddag 2012. De Nederlandse regering heeft in 2011 besloten om de ontwikkelingssamenwerkingsrelatie met de Zambiaanse overheid af te bouwen en op termijn de Nederlandse Ambassade in Lusaka te sluiten. Deze Zambiamiddag biedt de gelegenheid de aanwezigen te informeren over de gevolgen van dit besluit voor particuliere initiatieven (PI’s), hierover vragen te stellen en te discussiëren over de toekomst.

2. Exit-beleid Nederlandse overheid

Allereerst lichtte de heer Martin Koper (Directie Sub-Sahara Afrika, Ministerie van Buitenlandse Zaken) toe welke overwegingen hebben geleid tot bovengenoemd besluit. Zo refereerde hij aan het rapport ‘Minder pretentie, meer ambitie’ van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). In het regeerakkoord van het kabinet Rutte is, onder andere in reactie op dit rapport, aangegeven dat het aantal Nederlandse partnerlanden wordt teruggebracht. Dit om de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking meer focus te geven en effectiever te maken. Zoals aangegeven in de ‘Focusbrief Ontwikkelingssamenwerking’ betekent dit dat het aantal partnerlanden van 33 wordt teruggebracht tot 15. De heer Koper gaf aan dat bij de selectie van de 15 partnerlanden onder andere is gekeken naar: • de mogelijkheden de zogenaamde ‘speerpunten’ van het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid (Voedselzekerheid, Water, Seksuele Gezondheid & Reproductieve rechten en Veiligheid & Rechtsorde) vorm te geven in het betreffende land;• het inkomensniveau van landen;• de mate van goed bestuur, naleving van mensenrechten en corruptiebestrijding;• de mogelijkheid om het bestaande programma in goede samenwerking met het land af te bouwen;• de kansen en belangen van de meest betrokken vakdepartementen in Nederland.Resultaat van deze afweging is dat Zambia tot de landen hoort waarmee de Nederlandse overheid haar bilaterale ontwikkelingssamenwerkingsrelatie afbouwt. De heer Koper gaf aan dat het van groot belang is dat deze afbouw op een zorgvuldige wijze gebeurd. Goede communicatie met Zambiaanse partners en een gedegen overdracht van verantwoordelijkheden staat daarbij centraal.

3. Strategie Ambassade en toekomstige samenwerking Nederland-Zambia

Alvorens toe te lichten hoe de Nederlandse Ambassade vorm geeft aan de afbouw van haar programma, benadrukte Ambassadeur Harry Molenaar hoeveel deugd het hem deed ook dit jaar weer een grote belangstelling voor de Zambiamiddag te zien. Ook gaf de Ambassadeur aan zeer bereid te zijn vragen van de aanwezigen, ook buiten deze middag om, zo goed mogelijk te adresseren.De heer Molenaar schetste vervolgens hoe de economische ontwikkelingen in Zambia van de laatste tien jaar de dynamiek in het land hebben veranderd. In deze periode kende Zambia een ongekende periode van groei (gemiddeld 7% per jaar) en stabiliteit (lage inflatiecijfers en een goede schuldenpositie). De begroting van de Zambiaanse overheid groeide mee: waar 10 jaar geleden donorgeld nog ongeveer 40% van de begroting uitmaakte, is dit aandeel inmiddels geslonken tot 7 à 8%. Laag in vergelijking met omringende landen. Zambia heeft de mogelijkheid om haar belastinginkomsten nog verder te verbeteren. Ook toegang tot internationale kapitaalmarkten betekent minder afhankelijkheid van traditionele donorondersteuning. Deze zaken telden in het geval van Zambia zwaar mee bij de beslissing om de ontwikkelingssamenwerkingsrelatie van overheid tot overheid af te bouwen.
De ambassadeur gaf aan dat er in Zambia begripvol is gereageerd op deze beslissing. Ook de Zambiaanse partners menen dat een verandering in de Nederlands-Zambiaanse relatie gerechtvaardigd is. In de sectoren waar de ambassade afgelopen jaren actief was en steun gewenst blijft, zorgt de ruime aanwezigheid van andere donoren ervoor dat het gat dat Nederland achterlaat gevuld wordt. Zo wordt de Nederlandse steun aan de onderwijssector overgenomen door UNICEF en het Verenigd Koninkrijk (VK), nemen het VK en Finland bijdragen aan private sector ontwikkeling over en wordt het ondersteunen van een beter beheer van overheidsmiddelen overgenomen door Noorwegen. Vanuit Nederland blijven beschikbaar: steun aan grotere NGO’s onder het ‘MFS II’-programma, steun aan tertiaire onderwijsinstellingen, ontwikkelingssamenwerkingsmiddelen voor studeren in Nederland (NFP) en het zogenaamde bedrijdsleveninstrumentarium.De omvang van de overige werkzaamheden van de Nederlandse Ambassade Lusaka is onvoldoende om voortzetting van een ambassade te rechtvaardigen. Wat betekent dit voor de toekomstige aanwezigheid van Nederland in Zambia? Ambassadeur Molenaar gaf de zaal mee dat juist de particuliere initiatieven en het Nederlandse bedrijfsleven het gezicht van Nederland zullen gaan bepalen. Daarnaast zal Nederland vanaf de zomer van 2013 door een honorair consulaat worden vertegenwoordigd. 

4. Politieke ontwikkelingen in Zambia:

verkiezingen en een nieuwe regeringMevrouw Marja Hinfelaar (geschiedkundige werkzaam bij het Nationaal Archief van Zambia) informeerde de aanwezigen over het verloop van de verkiezingen van september 2011 en het beleid van de nieuwe regeringspartij. De winst van president Micheal Sata en diens ‘Patriotic Front’  ten koste van de zittende president Rupiah Banda (MMD) kwam niet helemaal uit de lucht vallen. Zo was de MMD sinds 2001 in de minderheid in het parlement. Daarnaast bestond er bij de verkiezingen van 2008 bestond slechts een verschil van 2% van het totaal aantal stemmen tussen Banda en Sata. De verkiezingen van vorig jaar kenden volgens mevrouw Hinfelaar een onverwacht lage opkomst van 50%, vooral gezien de levendige debatten in aanloop naar de verkiezingen. De campagnes speelden zich vooral af rond de thema’s corruptie en de ongelijke verdeling van welvaart.
Hoewel het nog te vroeg is om te bepalen op welke terreinen het beleid van de nieuwe regering Sata voor concrete veranderingen in Zambia gaat zorgen, tekenen de eerste accenten zich langzamerhand af. Zo noemde mevrouw Hinfelaar onder andere de stijging van het budget voor de onderwijs- en gezondheidszorgsector, de nadruk op het aanspreken van buitenlandse investeerders om zich aan de Zambiaanse arbeidswetten te houden en het voornemen om een eerder stukgelopen wijziging van de grondwet nieuw leven in te blazen. Opvallend is ook de ‘watchdog’-functie die de katholieke kerk op zich neemt via pastorale brieven gericht aan het Zambiaanse leiderschap. 

5. De grotere NGO’s in Zambia: wat verandert er?

Terug naar de relatie Nederland-Zambia: wat betekent de afbouw van het bilaterale ontwikkelingsprogramma vanuit het perspectief van de grotere Nederlandse NGO’s? Mevrouw Karlijn van Arkel legde namens Cordaid uit dat het huidige Medefinancieringsprogramma (MFS II) nog doorloopt tot 2015. Dat betekent dat de allianties die actief zijn in Zambia en voor die periode steun van de Nederlandse overheid hebben ontvangen, doorgaan met hun activiteiten. Het sluiten van de ambassade heeft hierop geen invloed. Wel gaf mevrouw van Arkel aan dat het wegvallen van de partnerlandstatus een belangrijke signaalfunctie heeft voor Cordaid, aangezien de afspraak is dat 60% van het MFS II-geld in partnerlanden wordt besteed. Daarnaast zullen grotere NGO’s in de toekomst meer en meer andere financieringsbronnen dan de Nederlandse rijksoverheid moeten aanboren. Hoe kunnen de aanwezige Particuliere Initiatieven terecht voor fondsen bij de Cordaid? Mevrouw van Arkel wees op de prioriteiten van Cordaid op het gebied van landbouwontwikkeling, economische ontwikkeling en gezondheids zorg en verwees voor informatie naar de website van de organisatie. Ook Daniëlla de Winter (Wilde Ganzen) riep particuliere initiatieven op zoek naar financiering zich via de website van Wilde Ganzen te melden en daarnaast ook vooral op zoek te gaan naar lokale financiering in Zambia. Zie voor alle tijdens de Zambiamiddag genoemde internetsites de bijlage bij dit verslag.

6. Forumdiscussie

Na de presentaties namen bovengenoemde sprekers, aangevuld door mevrouw Carol Gribnau (HIVOS), zitting in het panel en was de vloer aan de overige aanwezigen voor vragen en commentaar. De discussie liep uiteen van vragen over de rol van Nederlandse NGO’s bij het vormgeven van hun eigen beleid, de taken van de toekomstige Honoraire Consul in Lusaka en de mogelijkheden voor contact met de bestaande Nederlandse gemeenschap in Zambia (zie bijlage).Afsluitend vroeg de dagvoorzitter enkele panelleden om de zaal een laatste suggestie of advies mee te geven. Karlijn van Arkel en Carol Gribnau adviseerden de samenwerking met de volwassen ‘civil society’ in Zambia te kiezen en vooral creatief te zijn waar het gaat om financiering van activiteiten. Ambassadeur Molenaar riep op na de sluiting van de ambassade vooral ook via lokale Zambiaanse partnerorganisaties contact te zoeken met de EU-delegatie en ambassades van andere landen. Daarnaast drukte de Ambassadeur iedereen op het hart zich met passie en betrokkenheid in te blijven zetten voor hun initiatieven in Zambia.De Zambiamiddag werd afgesloten met een informele netwerkbijeenkomst buiten het ministerie.

Bijlage: verwijzingen naar websites tijdens de Zambiamiddag.Ambassade Lusaka: 

Voor particuliere initatieven: www.myworld.nlwww.partin.nl

Nederlandse gemeenschap in Zambia:

 Meer informatie over het ‘bedrijfsleveninstrumentarium’: www.agentschapnl.nl/

www.cordaid.nl

www.hivos.nl

www.wildeganzen.nl