Wij onderscheiden 3 hoofdcategorieën waarin de transities zich kunnen manifesteren:
- Als je een project gaat beëindigen, of jouw deelname daaraan gaat beëindigen, is het zaak dat je middels een goede voorbereiding dit moeilijke proces in goede banen weet te leiden alvorens jouw exit een feit wordt en het project stopt, dan wel overgedragen wordt aan de Zambiaanse partner(s) die een dergelijke verantwoordelijkheid aankunnen.
- Het kan ook zijn, dat het project weliswaar doorgaat, maar op een heel andere, moderne leest geschoeid wordt, waarbij jouw participatie wel doorgaat, maar op een heel andere manier. We spraken al vaker van de transitie van een traditionele hulpverlening, naar een vorm van ontwikkelingswerk die veel autonomer door de Zambianen geleid en gestuurd wordt vanuit hun eigen verantwoordelijkheid en zoveel mogelijk met hun eigen middelen en fondswerving. We spraken vaak van een partnership samenwerking die meer via een samen overeengekomen business model/plan verloopt.
- Als een derde optie zie ik nieuwe projecten, die die transitie a.h.w. in hun voorbereiding en afstemming al gemaakt hebben en meteen op een nieuwe leest een nieuw project starten. Jonge deelnemers op de Zambiadag in Eindhoven gaven hiervan voorbeelden. In wezen ligt die basis ook, op een heel eigen manier, bij de projecten van Kambisa!BeHeard (waarmee Desh Chisukulu en Klaartje Jaspers gestart zijn) en bij Jacana( waar Rik Haanen en Dinie Nijssen mee doende zijn). De exit, dan wel transitieprocedure is daar al vooraf aangegeven zelfs.
Wij hopen, dat dit helpt bij de beeldvorming en de analyse van voorkomende situaties.
Joep van Dongen.
P.S.
* Naar onze mening heeft een project de meeste kans van slagen als dit vanaf het begin vraag gestuurd is. Op die manier zal het ownership veel eerder aan de Zambiaanse kant geaccepteerd worden.
**Goed projectmanagement is gelegen in de manier waarop projecten georganiseerd, voorbereid, gepland, uitgevoerd en afgerond worden. Er zijn 2 beproefde methoden die van initiatie t/m evaluatie toegepast kunnen worden, zijn de SMART en de TRUST methode. Deze 2 zijn complementair. Ze hebben hun eigen optiek, die hetzelfde doel kan dienen.
SMART=Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden.
- Specifiek - Is de doelstelling eenduidig?
- Meetbaar - Onder welke (meetbare/observeerbare) voorwaarden of vorm is het doel bereikt?
- Acceptabel - Zijn deze doelen acceptabel voor de doelgroep en/of het management?
- Realistisch - Is het doel haalbaar?
- Tijdsgebonden - Wanneer (in de tijd) moet het doel bereikt zijn?
TRUST=Tweezijdig, Ruimte, Uitdagend, Support, Transparant.
- Tweezijdig – Werk je bilateraal, gelijkwaardig met peer-to-peer respect?
- Ruimte – Krijg je ruimte om zelfstandig en creatief te werken en oordelen?
- Uitdagend – Zijn het doel en de samenwerking voor jou uitdagend?
- Support – Ervaar je echt steun en vertrouwen van je collega’s en teamleider?
- Transparant – Zijn de intentie, het gedrag en de resultaten helder en inzichtelijk?